Wat is jouw Goliath?
Over het verslaan van reuzen, geloven in de waarheid en vertrouwen op Jezus
Er is een verhaal in de Bijbel dat ik telkens weer indrukwekkend vind – het verhaal van David en Goliath. Het is een verhaal dat we vaak al van kinds af aan kennen: de herdersjongen die met een slinger en vijf stenen een reus verslaat. Maar als je goed leest, zie je dat dit verhaal begint met een heel andere situatie.
Daar stond Goliath, een reus van meer dan drie meter hoog, in zijn glimmende wapenrusting. Hij kwam niet één keer het slagveld op, niet twee keer, maar veertig dagen lang. Elke ochtend, elke avond, opnieuw en opnieuw. En wat deed hij? Hij schreeuwde. Hij beledigde. Hij spotte. “Wie denken jullie wel dat jullie zijn? Jullie stellen niks voor! Waar is jullie God? Kom maar op, durf je wel?”
Veertig dagen lang hoorde het leger van Israël deze woorden. Elke dag werden ze geconfronteerd met dezelfde dreiging, dezelfde intimidatie. En weet je wat er gebeurde? Ze stonden stil. Niemand deed iets. Angst had hen volledig verlamd
En weet je, dat is precies wat intimidatie doet. Het is meer dan alleen woorden. Het is manipulatie, het is hersenspoeling. Hoe vaker je dezelfde leugen hoort, hoe meer je hem gaat geloven. Hoe langer je luistert, hoe groter de angst wordt.
Onze Goliaths vandaag
Wij hebben misschien geen reus van drie meter tegenover ons staan, maar we hebben wél Goliaths in ons leven. Misschien schreeuwen ze niet letterlijk, maar hun stem is net zo luid in ons hoofd en ons hart.
Verslaving. Iets waar je maar niet van loskomt, wat je telkens weer naar beneden trekt.
Angst. Angst om te falen, om afgewezen te worden, om gekwetst te raken.
Schaamte. Dat ene ding uit het verleden dat je blijft achtervolgen.
Onzekerheid. De gedachte dat je nooit genoeg zult zijn.
Financiële zorgen. Rekening na rekening, en jij die je afvraagt hoe je het moet redden.
Druk. Het gevoel dat je alles moet dragen: je gezin, je werk, je verantwoordelijkheden – en dat het nooit genoeg is.
En soms zijn die Goliaths niet eens echte gebeurtenissen, maar gedachten die je verlammen. Leugens die zich diep in je hart nestelen en je ervan overtuigen dat je een mislukkeling bent, dat je nooit zult veranderen, dat God je wel zat zal zijn.
Weet je hoe dat voelt? Ik wel. Die momenten waarop je denkt: “Ik kan dit niet meer.” De keren dat je denkt: “Ik ben een slechte man, een slechte vader, een slechte echtgenoot.” De keren dat je in de verleiding bent gevallen en de schaamte daarna als een deken over je heen hangt. Dat is wat angst doet: het verlamt. Het houdt je klein. Het fluistert: “Blijf maar liggen, je bent het niet waard om op te staan.” En elke keer dat je luistert, wordt die stem luider.
Ik kan je vertellen: ik ken dat stemmetje. Ik heb mijn eigen Goliaths gehad. Er waren seizoenen in mijn leven dat ik dacht: “Ik stel niks voor. Ik faal.” Er waren momenten waarin ik dacht: “God kan mij vast niet meer gebruiken, na wat ik heb gedaan.” En weet je wat het ergste was? Ik geloofde het. Ik liet die leugens mijn identiteit bepalen. Ik liet me intimideren. Ik liet me verlammen. Totdat ik besefte: dit is niet wie ik ben. Dit is niet de stem van God. Dit is de stem van de vijand, die mij klein wil houden.
Er kwam een punt dat ik het niet meer trok. Ik viel op mijn knieën en zei: “Heer Jezus, ik kan dit niet alleen. Ik geef het over. Kom in mijn hart. Kom in mijn pijn. Kom in mijn schaamte. Kom in mijn strijd.” En weet je wat er gebeurde? Zijn liefde begon te werken. Zijn liefde ging naar de plekken waar ik nooit iemand had toegelaten. Zijn liefde bracht genezing. Zijn liefde gaf vrijheid. Dat was niet in één dag klaar. Het was een proces. Elke keer opnieuw koos ik om me kwetsbaar op te stellen bij Hem. Elke keer opnieuw gaf ik mijn Goliath in Zijn handen. En elke keer opnieuw ervoer ik: Zijn liefde is sterker. Zijn genade is groter.
De Bijbel zegt: “In de liefde is geen angst, maar volmaakte liefde drijft de angst uit.” (1 Johannes 4:18)
En dat is precies wat ik heb ervaren. Die angst die mij verlamde, verloor zijn macht. Die schaamte die mij klein hield, moest wijken. En ik begon te ontdekken wie ik werkelijk ben:
Ik ben een kind van de Allerhoogste.
Ik ben een geliefde zoon van de Vader.
Ik ben vergeven en vrijgekocht.
Ik ben een erfgenaam van God.
Dat is wie jij ook bent als je je leven aan Jezus hebt gegeven.
Het is misschien wel het meest mindblowing wat je vandaag zult lezen: Dezelfde kracht die Jezus uit de dood deed opstaan, leeft in jou. De kracht die de steen wegrolde, die de dood overwon, die alles veranderde – die kracht woont in jou door de Heilige Geest. Als je dat gaat beseffen, dan hoef je niet meer te buigen voor angst. Dan hoef je niet meer stil te staan. Dan kun je zeggen: “Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft.” (Filippenzen 4:13)
En weet je wat er dan gebeurt? Die Goliath waar je zo bang voor was, wordt ineens een kabouter. Hij is geen reus meer. Hij is een kleine opdonder die je met één tik onder je voeten kunt verpletteren. En elke keer dat je samen met God een Goliath achter je laat, word je sterker. Elke keer dat je een leugen vervangt door de waarheid van Gods Woord, groei je. Elke keer dat je kiest voor gehoorzaamheid in plaats van voor angst, word je meer de man die God voor ogen had toen Hij jou maakte.
Dit is wat ik geloof: God roept ons mannen op om te gaan staan. Voor ons gezin. Voor onze vrouw. Voor onze kinderen. Voor onze vrienden. De vijand wil je klein houden, maar God zegt: “Sta op. Ik ben met je.” De strijd is niet van jou. De strijd is van de Heer.
Nu pas komen we bij de praktische kant
Dit is wat ik zelf heb geleerd:
1. Benoem je Goliath. Schrijf op waar je mee worstelt. Spreek het hardop uit. Breng het bij God.
2. Luister naar de juiste stem. Zet de leugen tegenover de waarheid. Lees elke dag wat God over jou zegt.
3. Overgave. Zeg tegen Jezus: “Ik kan dit niet alleen.” Laat Hem in je hart komen. Laat Hem de pijn aanraken.
4. Pak je slinger. Voor David was het een slinger en een steen. Voor jou is het gebed, aanbidding, Gods Woord. Dat is jouw wapen.
5. Sta op na een val. Blijf niet liggen. Keer je om van de zonde en kies opnieuw om Jezus te volgen.
Waar nodig, vraag vergeving aan mensen die je gekwetst hebt – dat is krachtig en bevrijdend. Breng dingen in het licht. Praat erover met een betrouwbare vriend of broeder in Christus. Wat verborgen blijft, blijft vaak macht houden over je. Maar als je het deelt, breekt de kracht van de duisternis en komt er ruimte voor herstel. Elke keer dat je weer kiest voor gehoorzaamheid, groeit je geloof en wordt je hart meer afgestemd op Hem.
Tot slot
Misschien schreeuwt jouw Goliath al veertig dagen – of veertig jaar – naar je. Misschien voel je je verlamd door angst, door schaamte, door leugens. Maar vandaag mag je zeggen: “Tot hier en niet verder.” Geef je over aan Jezus. Laat Zijn liefde je vullen. Laat Zijn liefde de angst uitdrijven. Laat Zijn kracht door je heen werken. En je zult zien: die reus was nooit een reus. Het was een kabouter. Word de man die God voor ogen heeft. Sta op. Vandaag nog. Voor jezelf. Voor je gezin. Voor je vrouw. Voor je kinderen. Voor je vrienden.
Gebed van overgave
Vader,
U kent mijn hart. U weet welke Goliath er in mijn leven staat.
Ik breng hem vandaag bij U.
Jezus, ik geef mijn pijn, mijn schaamte, mijn angst in Uw handen.
Ik stel me kwetsbaar op. Ik nodig U uit in de diepste plekken van mijn hart.
Vul mij met Uw liefde – Uw liefde die elke angst verdrijft.
Genees mij. Herstel mijn identiteit.
Laat mij wandelen in de vrijheid die U voor mij hebt.
Maak mij de man die U voor ogen had toen U mij schiep.
Ik vertrouw op U. Ik kies ervoor om U te volgen.
Amen.